Afbeelding

Jan Kees Klippel heeft meeste Cambridgeschapen van Nederland

Jan Kees Klippel (31) uit Scherpenisse is de grootste houder van Cambridgeschapen in Nederland. Hij begon een paar jaar geleden met vier ootjes en een ram, nu heeft hij 24 van de van oorsprong Engelse dieren staan. Het schaap is vruchtbaarder en vitaler dan de meeste van zijn soortgenoten.

Het is herfst en dus tijd dat de ooien door de rammen gedekt worden. De heren zijn voorzien van een gekleurd stempelkussen om hun buik. De meeste dames hebben daarom een kleurtje op hun achterwerk. Zo weet Klippel wie er wanneer gedekt is door de ram in deze weide. Een van zijn vier rammen laat hij nog niet voor het echie op de ooien klimmen. Voor hem is de eerste keer dat hij moet dekken en dan komen er nog niet genoeg zaadcellen vrij, vertelt Klippel. ,,Die draagt daarom een schortje." Het dekken mag ongeveer om de twee weken. ,,En eerder laten de ooien de ram er toch niet op. Daar krijgen ze dan de kans niet voor."

Zwarte kop

Vijf maanden later komen als het goed is de lammetjes. Voordeel van Cambridgeschapen ten op zichte van bijvoorbeeld Texelaars is dat ze heel makkelijk geboren worden. ,,Je bent er toch bij omdat je dat nu eenmaal graag wil, maar het is niet noodzakelijk. Ze komen er haast vanzelf uit. Het zijn makkelijke schapen die zelfstandig kunnen lammeren. Ze zijn erg vitaal." De dieren vallen ook op door hun uiterlijk: de gebruikelijke grijze vacht, maar een zwarte kop.

Opa had ook schapen

Klippel begon onder de hoede van zijn opa, die ook schapen had, met Texelaars. Dat zijn de meeste voorkomende schapen in Nederland. Die zijn over het algemeen minder sterk, worden sneller ziek en hebben hulp nodig bij de geboorte van kleintjes. ,,Je doet het tenslotte voor de hobby. Je wil niet iedere twee weken moeten ontwormen of met antibiotica bezig zijn." Het Cambridgeschaap kan beter dan zijn medeschapen tegen veel voorkomende schapenziektes. Jan Kees houdt ze dan wel voor de hobby, enige handel is er natuurlijk bij. De Cambridge schapen zijn gewild om te gebruiken voor het doorfokken.

Binding

In Nederland zijn de dieren haast zeldzaam. Rond Scherpenisse lopen er dus op verschillende plekken bij elkaar 24 rond. Een houder in Boxtel heeft er nog vijftien en er lopen wat losse exemplaren rond als onderdeel van een particuliere dierenverzameling. Meer dan vijftig zijn er volgens Klippel niet in Nederland. In Engeland, waar ze vandaan komen, leven er ook niet meer dan driehonderd. Klippel heeft een paar plekken waar hij de dieren kan laten grazen. Voor de periode dat ze lammeren heeft hij een stal. ,,Het is belangrijk voor de binding om de moeder met haar lammeren apart tijd te geven."

Lees verder in de agrarische bijlage van de Eendrachtbode van 16 november.