Afbeelding

’Niks is zo lekker als een verse appel van de boom’

Bij het fruitteeltbedrijf van Chris Hoek in Oud- Vossemeer is maandag de oogst begonnen. De Elstar appels gaan het eerste van de boom. Met natuurproducten heb je te maken met allerlei externe factoren. Bijvoorbeeld het weer dat ieder jaar anders is. En maandag waren er ook nog drie Poolse medewerkers kwijt. ,,Het is belangrijk om rustig te blijven."

De laatste dagen van augustus zijn op zich een goed moment om met de oogst te beginnen, vertelt Hoek. ,,Het is dit keer wel hoog tijd. De rijping is erg hard gegaan vorige week. Vooral bij de Elstar. Die komt altijd als eerste." De Conferenceperen volgen. Dan zijn er aan het einde nog wat andere soorten als Jonagold. ,,Dat duurt altijd langer voordat die goed zijn."

Klappen van de zweep

Naast het gezin helpen er dit seizoen zestien Polen mee. Maandag ontbraken er alleen nog drie. ,,Een busje kon de weg denk ik niet vinden." Hoek kan ze regelen via het uitzendbureau. Hij kan inmiddels een klein beetje Pools. ,,Verder is het voeten en handen werk. Gelukkig zijn er een paar bij die hier al langer komen en het klappen van de zweep kennen. Die kunnen het aan de nieuwen uitleggen."

Huisvrouwen

Dat er drie zoek zijn, is voor Hoek geen reden tot zorgen. ,,Het is belangrijk om rustig te blijven." Hoek zegt dat de Polen hard werken, maar vindt het tegelijk jammer dat er niet meer lokale mensen zijn die meehelpen bij het plukken. ,,Vroeger had je veel huisvrouwen die meehielpen of mannen die met 56 jaar in de vut zaten. Dat is nu niet meer."

Jonge appelplukker

Hoeks dochter Gea komt op de fiets aangereden. Ze heeft appels geplukt op het perceel langs de Vogelzangsedijk, samen met Anton van Putten en Arina Zwijnenburg en een aantal Poolse medewerkers. Zwijnenburg plukte toen ze acht was al haar eerste appels. Haar vader had in de Alblasserwaard een fruitteeltbedrijf. Alleen toen ze zwanger was en haar kinderen jong waren, heeft ze oogstperiodes overgeslagen.

Kletsnat

,,Ik vind het heerlijk buiten. Als het regent is het minder, maar dan trek je een pak aan. Je plukt wel eens boven je hoofd met je armen in de lucht. Op den duur loopt het dus allemaal naar binnen. Je wordt zeiknat. Dat weet je. Dan doet het er niet meer veel toe." Zwijnenburg vindt het net als haar baas jammer dat er niet meer Nederlandse collega's zijn. ,,Ik maak graag een praatje en ik kan geen Pools. Ik zit er wel eens over na te denken om het te leren.''