Afbeelding

Wim Heijboer 50 jaar organist: Is er goede zang, dan speel je ook lekker

Wim Heijboer (68) is vijftig jaar organist bij de Gereformeerde Gemeente in zijn woonplaats Sint-Annaland. Nu er door de coronamaatregelen tijdens kerkdiensten niet gezongen mag worden, valt het orgelspelen niet mee. ,,Zonder gemeentezang heb je als organist geen weerklank en houvast. Dat is best moeilijk’’, zegt hij.

In de kerkzaal aan de Weststraat is de beperking van het aantal zitplaatsen door de anderhalvemetermaatregel goed zichtbaar. Achter elke rij banken zijn er twee rijen die leeg moeten blijven. En ook de zitplaatsen direct naast een looppad worden níet gebruikt. Rooster Heijboer is een van de twee vaste organisten, de andere is Irma Aarnoudse. Verder zijn er drie hulporganisten, waarvan er twee uit Scherpenisse komen. 

Geen dienst uit de mouw schudden

Wie denkt dat een organist gewoon wat eerder naar de kerk komt en vervolgens maar wat speelt tijdens de dienst, heeft het mis. ,,Toen ik begon kreeg je inderdaad op zondag je psalmbriefje aangereikt. Maar je kunt geen dienst zomaar uit je mouw schudden. Nu krijgen we twee of drie dagen tevoren van een ouderling de liturgie door. Daar zoeken we dan muziek bij, een voorspel en intonatie, die passend is voor de dienst. En is er een onbekende Psalm bij, dan speel ik die vóór de dienst al een keer zodat de mensen de melodie een keer gehoord hebben.’’  

Dagelijks bijhouden

De gemeentezang is van invloed op het spel van de organist, blijkt uit Heijboers verhaal. ,,De ene keer wordt er beter gezongen dan de andere. Is er goede zang, dan speel je ook lekker’’, legt hij uit. En het is volgens Heijboer van belang om vaardigheden als snelheid en vingervlugheid te oefenen. ,,Eigenlijk moet je het dagelijks bijhouden. Je kunt niet zeggen: nu speel ik eens een week niet.’’