Aart van Vossen laat een flinke kabeljauw zien.
Aart van Vossen laat een flinke kabeljauw zien.

Aart van Vossen en Sjaak Bazen visten op kabeljauw in Noorwegen

Temperaturen dik onder het vriespunt, sneeuwbuien, wind. Je moet een échte liefhebber zijn om onder die omstandigheden te gaan vissen. Aart van Vossen uit Sint-Annaland en Sjaak Bazen uit Sint-Maartensdijk deden dat. Ze reisden een paar jaar geleden naar het noordelijkste puntje van Noorwegen. Voor de kabeljauw.

Sjaak en Aart zijn van jongsaf fervente sportvissers. ,,Als jongen was ik vaak aan de dijk te vinden'', zegt Aart. In de loop van de jaren zagen ze de visstand in de Oosterschelde achteruit gaan. Sommige Thoolse sportvisclubs trekken tegenwoordig voor hun onderlinge wedstrijden naar de Zeeuwse kust omdat daar de kans groter is om een visje te verschalken. ,,Op de Oosterschelde kun je 's winters nog wel wat vangen, maar 's zomers is het op'', zegt Sjaak. Hij denkt dat het te maken heeft met de komst van de Stormvloedkering en veranderde stromingen.

Aart heeft zijn aandacht daarom al verlegd naar het binnenwater. Daags voor ons gesprek ging hij naar Ooltgensplaat om er op snoek en snoekbaars te vissen. In de zomer is hij in de Thoolse polders te vinden, waar karper in de sloten zit. ,,Ik heb er wel eens negentien in een uur tijd gevangen. Maar tegenwoordig is dat een stuk minder. Door de Polen die alle vis die ze vangen, mee naar huis nemen om op te eten.'' Aart doet dat niet. Hij vist voor de sport en gooit vangsten, als ze nog leven, terug in het water.