Afbeelding

’De liefde voor het boerenleven heb ik van mijn overgrootvader’

Als kind reed Coen de Leeuw met zijn overgrootvader, Kommer Quist, op de fiets over het platteland van Sint Philipsland. ,,Ik vond het prachtig. Mijn liefde en belangstelling voor het boerenleven is toen ontstaan.” Inmiddels studeert Coen aan de Hogere Agrarische School en heeft hij een eigen onderneming.

De eerste zeven jaar van zijn leven woonde Coen op Sint Philipsland, daarna verhuisden zijn ouders naar Scherpenisse, waar Coen nu nog steeds woont. Hij kwam toen in de klas bij juf Elma, die op een boerderij woonde. Hij vroeg haar of hij daar mocht komen werken. Tot zijn vreugde vond de juf het goed en samen met klasgenoot Hans van Eenennaam fietste hij bijna iedere dag na schooltijd naar de Weihoek om er te werken. Ook op zaterdag togen ze er heen. ,,We deden toen al van alles zoals aardappelen rooien, helpen met de uienoogst, wieden en schoffelen.” Het beviel de jongens uitstekend, maar vooral het werken met bloemen vond en vindt Coen het meest interessant.

Lees meer in de Eendrachtbode van 1 juli 2021.